vrijdag 18 juni 2021

en plaatst op zijn hoofd een gouden kroon. (Psalm 21)

Weer een nieuwe bijbel journaling. Ik gaat verder met de psalmen en ben aanbeland bij psalm 21. Ik heb een over getekend met een brandend vuur. Dat vuur komt uit vers 10 waar staat 'u doet hen branden als vuur in een oven wanneer u verschijnt.' Dit gaat over de vijanden. Als je teruglees vanuit vers 9 tot en met vers 11 zie je dat. Daar is de oven op gebaseerd. Op de oven zie je een gouden kroon. Die komt uit vers 4 'U nadert hem met rijke zegen en plaatst op zijn hoofd een gouden kroon.'  Dat is tegenstrijdig met vers 10. Toch heb ik ze bij elkaar getekend.

Het vuur verslind de vijanden, maar je mag het vuur ook vanuit een andere hoek bekijken. En dat is mijn gedachte erachter. God haat de zonde, Hij haat iedereen die niet in Hem willen geloven en zich afkeren van God. God werpt hun in het eeuwige vuur. Zodat ze voor eeuwig zullen branden.
Het vuur staat ook voor warmte en licht. Wij als gelovigen mogen ons warmen aan het vuur van God. God geeft ons warmte. Zijn warmte. Vuur geeft ook licht. God is licht. Jezus is licht. Dat zijn mijn gedachten achter het vuur op deze tekening. Je mag je warmen aan het vuur en het vuur zal licht geven zodat je je veilig zal voelen en niet kou zou lijden. God laat je niet in de kou staan, maar geeft Zijn liefde. Warme liefde.

De kroon is Zijn zegen voor ons. Het vuur is een zegen. God geeft ons Zijn zegen. Zijn belofte. Een belofte om voor ons te zorgen zodat we zorgeloos ons mogen warmen aan Zijn vuur. We zijn een koningskind van de allerhoogste. Daarom mogen wij een kroon op ons hoofd zetten. Een gezegende kroon.



21 1 Voor de koorleider. Een psalm van David.

2 HEER, uw kracht verblijdt de koning,

luid juicht hij om uw overwinning.

3 U gaf hem wat zijn hart verlangde,

het verzoek van zijn lippen wees u niet af. sela

4 U nadert hem met rijke zegen

en plaatst op zijn hoofd een gouden kroon.

5 Leven heeft hij gevraagd, u hebt het hem gegeven,

lengte van dagen, voor eeuwig en altijd.

6 Groot is zijn roem door uw overwinning,

u tooit hem met glans en met glorie,

7 u schenkt hem voor altijd uw zegen,

u verblijdt hem met het licht van uw gelaat.

8 Ja, de koning vertrouwt op de HEER,

door de trouw van de Allerhoogste wankelt hij niet.

9 Uw hand zal uw vijanden slaan,

uw machtige hand uw haters treffen,

10 u doet hen branden als vuur in een oven

wanneer u verschijnt.

De HEER zal hen in zijn woede verslinden,

vuur zal hen verteren.

11 Hun kinderen zult u op aarde verdelgen,

hun nageslacht uitroeien onder de mensen.

12 Al spannen zij tegen u samen,

al zinnen zij op kwaad, ze bereiken niets,

13 want u zult hen op de vlucht jagen,

u schiet uw pijlen recht op hen af.

14 Verhef u, HEER, in uw kracht,

wij zullen uw macht in liederen bezingen.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten