Dat licht had allerlei kleuren. Het zag eruit als een regenboog die in de wolken verschijnt. Zo liet de Heer zich aan mij zien, stralend en machtig. Toen liet ik me neervallen op mijn knieën. Daarna hoorde ik de stem van God. (Ezechiël 1:28 HSV)
De dwarsbalk heb ik getekend als een regenboog. De regenboog staat hier symbool voor hoop. Hoop dat alles goedkomt. De staander van het kruis is als gewoon hout getekend. Onder de dwarsbalk heb ik aan de staander een bloedende wond getekend. Dit is het bloed van de Here Jezus. Door dit bloed ben ik schoon gewassen van mijn zonden. Door de dood van Christus heeft Hij mijn zonden op zich genomen door de beker te drinken en zo onze zonden mee te nemen de dood in. Bij Zijn opstanding mogen wij in een nieuw lichaam, Zijn lichaam, opstaan en met/in Christus wandelen. En ja, ik zal nog zeker blijven zondigen. Onbewust of misschien bewust. Ik val dan in mijn zonden. Ben tenslotte een mens. Maar ik mag weten dat Christus mij weer opraapt.
Zowel de rups als de cocon heb ik op en aan de dwarsbalk getekend. Ik mag als rups weten dat ik in de belofte van Christus mag lopen. Dat Christus alles nieuw zal maken en dat ik een hele nieuw leven zal krijgen en hebben als ik Hem volg. Als cocon eigenlijk hetzelfde. En het staat symbool voor het watergraf. Ik mag mijn oude leven afleggen en neerleggen aan de voeten van Christus. Als ik opstaat heb ik een nieuw lichaam en ben ik herboren. Opnieuw geboren in het bloed van Christus. En ik mag in mijn nieuwe lichaam als vlinder de wereld intrekken en schitteren. Schitteren zodat de mensen om mij heen zullen zien dat ik in Christus ben en Christus in mij. Dat ik Zijn overweldigende liefde uit mag delen aan iedereen om mij heen en hun tot zegen mag zijn.
Als ik mij wil verkwikken, overvalt mij verdriet,
Dit deel van mijn werkstuk heb ik een hart getekend dat gescheurd is.
Er loopt een gouden scheur door en om die scheur te plakken heb ik er twee pleisters op gedaan. Een verwond hart wordt gezond.
De scheur is goud gemaakt wat doet denken aan een oude Japanse kunststroming. KINTSUGI.
Hierin worden kostbare porseleinen vazen weer hersteld met een lijm waaraan goudstof werd toegevoegd, niet onzichtbaar maar opvallend.
Iedereen mag de barsten zien. Door het goud worden de barsten nog mooier en zo mag je je gebrokenheid ook zien. Het goud is Christus. Hij gaat in je gebrokenheid zitten en hersteld het. De herstellende liefde van Christus.
Doordat Christus in jouw gebrokenheid zit en er als het ware een gouden lijm laag overheen legt, mag je schitteren in je gebrokenheid en weten dat Christus bij je is.
Als je goed kijkt ziet je dat het hart niet gezond is. Aan de linkerkant van het hart is het niet volledig rood gekleurd. Er zit een zwarte gloed doorheen. Het hart is gescheurd en vies. Vies van mijn verleden. Mijn hart is vies gemaakt door wat mij is overkomen.
De scheur staat voor wat mij is overkomen. Dit symboliseert de pijn die daardoor is ontstaan. Het mooie van mijn jeugd is afgenomen door een daad van iemand voor zijn eigen genot. Hierdoor een grote scheur waar mijn jeugd is weggegooid en ik heel snel volwassen moest worden. Ik kon geen kind meer zijn, want ik moest volwassen beslissingen nemen die de rest van mijn leven hebben beïnvloed.
De pleister over die scheur heeft als betekenis het verwerken van het verleden. Een plek geven van de pijn. Dat het donkere bedekt wordt door iets goeds, wat genezing brengt. Door de pleister wordt de scheur bedekt en kan het genezen. Hierdoor wordt mijn hart weer gezond en kan het zijn mooie rode kleur weer terugkrijgen.
