Spreek vol lof over Zijn wonderen (Psalm 105)

Deze psalm begint met: 'Loof de HEER, roep luid zijn naam, maak zijn daden bekend onder de volken, zing en speel voor Hem, spreek vol lof over zijn wonderen'.

Mensen loof de Heer, roep uit Zijn Heilige Naam. De naam aller namen, zegt het lied Jezus Overwinnaar. 

Maak de daden bekent die de Heer voor ons heeft gedaan. In deze psalm gaat het over Zijn daden die Hij deed voor Zijn volk Israël. En weer een psalm in twee delen.

 

Mensen willen God aanbidden. Lofprijzen voor wat Hij in hun leven heeft gedaan. Ik ben ook een aanbidder. Ik hou van muziek maken en daarmee wil ik de Heer aanbidden. Kan ik zingen? Nee, maar dat geeft niets. Voor de Heer is mijn stem uniek. Hij heeft mijn stem gemaakt en voor ons klinkt mijn stem soms als een kraai, maar voor de Heer klinkt mijn stem perfect en goed. Hij geniet van mijn stem als ik mag zingen. Ook met mijn gitaarspel, dat steeds beter wordt.

In deze psalm spreekt de schrijver vol lof over wat de Heer heeft gedaan voor Israël tijdens hun vertrek uit Egypte. IN het tweede deel heb ik hier tekeningen van gemaakt. Hieronder de betekenis van iedere tekening met daaronder de volledige tekening.

Hij stuurde duisternis en het werd duister –

Hij veranderde hun waterstromen in bloed

Hun land krioelde van kikkers

Hij sprak en er kwam ongedierte en een muggenplaag in heel hun gebied.

In plaats van regen gaf Hij hagel,

Hij sprak en de sprinkhaan kwam met zijn larven, niet te tellen

Hij trof de eerstgeborenen in hun land,

Hij liet zijn volk vertrekken met zilver en goud,

Op hun vraag liet Hij kwartels komen, met brood uit de hemel stilde Hij hun honger,

Hij hing een wolk op als gordijn en ontstak vuur om de nacht te verlichten.

Hij sloeg de rots open en er vloeide water, een rivier stromend in uitgedroogd land.

Hij dacht aan zijn heilig woord, gegeven aan Abraham, zijn dienaar

Hij liet zijn volk in vreugde vertrekken,

zijn uitverkoren volk jubelend gaan.

Hij gaf hun het land van andere volken,

het bezit van vreemde naties viel hun ten deel.

Zij moesten daar zijn geboden naleven

en zich houden aan zijn wetten.

Halleluja!