vrijdag 24 december 2021

Wat ben U een geweldige God (Psalm 66)

Wat hebben wij toch een geweldige God. Moet gelijk aan een liedje uit opwekking denken. Zie het filmpje hieronder.

Dit lied beschrijft eigenlijk wat ik wil schrijven bij deze psalm. De tekening heb ik een paar weken terug al getekend, maar ik had er nog niks bijgeschreven. Nu wou ik het doen. Had eerst de psalm nog gelezen en ben gaan nadenken en ik kwam ineens op opwekking uit.

Een geweldige God hebben we. 
Hij wijst ons niet af, maar zoekt ons steeds op.
Ik mag Hem altijd aanbidden en lofprijzen. 
Mijn trouw aan Hem bewijzen.
God zal het niet weigeren, wat ik ook verkeerd zou doen.
Ik ben blij dat ik God mag aanbidden met alles wat ik in me heb.
Voel ik me een keer niet lekker in mijn vel, God is bij me en geeft me kracht.
Ben ik verdrietig, God is er en troost me.
Ben ik blij en zing ik het uit, God ontvangt het en luistert er met plezier naar.
God zegt dan, jij bent Mijn geliefde zoon, in jou heb ik mijn welbehagen.
Ik vindt plezier in jou, je bent Mijn oogappel.
Val je of heb je verdriet, Ik troost je.
Je mag bij mij op mijn schoot uithuilen of tegen me aan kruipen als je wilt.
Ik zal je beschermen tegen al het kwaad.
Je hoeft maar een ding te doen, Mij volgen.
Dan zal Ik bij je zijn, dag en nacht.
En Ik zal je een eeuwig leven geven.


66 1 Voor de koorleider. Een lied, een psalm.
Heel de aarde, juich voor God,
bezing de eer van zijn naam,
breng Hem eer en lof.
Zeg tot God: ‘Hoe ontzagwekkend zijn uw daden,
uw vijanden kruipen voor U, zo groot is uw macht.
4 Laat heel de aarde voor U buigen
en zingen, uw naam bezingen.’ sela
5 Kom en zie de werken van God,
zijn daden vervullen de mens met ontzag:
6 Hij heeft de zee veranderd in droog land,
zijn volk trok te voet door de rivier.
Laten wij ons dan in Hem verheugen:
machtig heerst Hij, voor eeuwig,
zijn ogen waken over de volken.
Laat niemand zich tegen Hem verzetten. sela
8 Prijs, o volken, onze God,
laat luid uw lof weerklinken,
9 Hij heeft ons het leven gegeven
en onze voeten voor struikelen behoed.
10 U hebt ons beproefd, o God,
ons gezuiverd, gezuiverd als zilver,
11 ons in een vangnet gedreven,
ons een zware last op de schouders gelegd.
12 Strijdwagens zijn over ons heen gereden,
wij zijn door vuur en door water gegaan,
maar U bracht ons naar een land van overvloed.
13 Ik zal met offers uw huis binnengaan
en doen wat ik U beloofd heb,
14 wat mijn lippen hebben toegezegd,
mijn mond in nood heeft gesproken:
15 ‘Vetgemeste schapen zal ik U aanbieden,
een geurig offer van rammen,
ik zal stieren en bokken slachten.’ sela
16 Kom en hoor wat ik wil vertellen,
ieder die ontzag heeft voor God,
hoor wat Hij voor mij heeft gedaan.
17 Toen mijn mond Hem aanriep,
lag een lofzang op mijn tong.
18 Had ik kwaad in mijn hart gevonden,
de Heer had mij niet gehoord.
19 Maar God heeft mij gehoord,
Hij heeft geluisterd naar mijn gebed.
20 Geprezen zij God,
Hij heeft mijn gebed niet afgewezen,
mij zijn gunst niet onthouden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten