dinsdag 18 januari 2022

Dag en nacht (Psalm 74)

 Van U is de dag, van U is de nacht.

14God zei: ‘Laten er lichten aan het hemelgewelf komen om de dag te scheiden van de nacht. Ze moeten dienen als tekens die de feesten aangeven en de dagen en de jaren, 15en als lampen aan het hemelgewelf, om licht te geven op de aarde.’ En zo gebeurde het. 16God maakte de twee grote lichten, het grootste om over de dag te heersen, het kleinere om over de nacht te heersen, en ook de sterren. 17Hij plaatste ze aan het hemelgewelf om licht te geven op de aarde, 18om te heersen over de dag en de nacht en om het licht te scheiden van de duisternis. (Gen 1:14-18 NBV21)

In Genesis 1:14-18 zorgde God voor licht, om dag en nacht te scheiden. De zon, maan en sterren. Dat zijn voor ons visuele voorwerpen. We zien ze. De zon geeft licht en warmte op de dag. IN de winter staat deze verder van ons vandaan en in de zomer dichterbij. Zo hebben we het in de zomer warmer en daar hou ik van. Ik ben een zomermens. Ik hou van de warmte en het mooie weer. Als het al voorjaar gaat worden en de vogels komen tevoorschijn en alles word weer groen, dan vind ik het fijn. Ik hou niet van de kou en het duister. 
Christus is ook licht. Hij is geestelijk licht, Hij verdrijft het duister (de tegenstander). Hij heerst over de dag met een heerlijke warme zon en fijne temperaturen. Maar Hij heerst ook over de nacht en jaagt alle duistere machten weg. toen Christus in het graf was afgedaald, gaf Hij zichzelf aan de dood bekent. Hij liet Zijn licht in alle uithoeken van de doodskerker schijnen. Ieder hoekje werd verlicht en Hij nam de sleutels van de dood weg. 

Als het donker is en je steekt een kaars aan dan geeft dat licht. Het duister verdwijnt. Het duister kan echter het licht niet verjagen. Kijk naar de nacht. Het is donker, maar het (zon)licht heerst door via de maan licht te geven. Als de zon tevoorschijn komt kan het duister niet blijven. Het verdwijnt en we hebben weer een nieuwe dag. Christus is ons licht. Hij heerst over alles. Van Hem is de dag en de nacht.

741Een kunstig lied van Asaf.

Waarom, God, hebt U ons voor altijd verstoten,

brandt uw woede tegen de schapen die U hoedt?

2Denk aan het volk dat U ooit hebt verworven,

de stam die U hebt vrijgekocht, uw eigen bezit,

de Sionsberg waar U ging wonen.

3Kom naar de stad die voor altijd in puin ligt,

de vijand liet niets van het heiligdom heel.

4In het hart van uw huis brulden uw tegenstanders,

zij zetten er hun zegetekens neer.

5Zoals met kapmessen wordt ingehakt

op struikgewas en kreupelhout,

6zo sloegen zij met bijl en breekijzer

al het snijwerk kort en klein.

7Ze hebben uw heiligdom in de as gelegd,

de plaats waar uw naam woont, verwoest en ontwijd.

8‘We vagen alles weg,’ zeiden ze,

en alle godshuizen in het land hebben zij verbrand.

9Een gunstig teken zien wij niet, niet één profeet meer,

en geen van ons weet voor hoe lang.

10Hoe lang nog, God, zal de tegenstander U bespotten?

Zal de vijand uw naam voor altijd beschimpen?

11Waarom houdt uw hand zich in bedwang?

Hef uw machtige hand en sla toe,

12God, mijn koning van oudsher,

die verlossing brengt in het hart van het land!

13U hebt door uw kracht de zee gespleten

en de koppen van monsters op het water verpletterd,

14U hebt de schedels van Leviatan verbrijzeld,

hem als voedsel gegeven aan de dieren in de woestijn,

15U hebt bronnen en beken laten ontspringen,

altijd stromende rivieren drooggelegd.

16Van U is de dag, van U is de nacht,

U hebt maan en zon een vaste plaats gegeven,

17U hebt de grenzen van de aarde bepaald,

zomer en winter, U hebt ze gevormd.

18Bedenk, HEER, hoe de vijand U bespot

en dwazen uw naam beschimpen.

19Geef uw duifje niet prijs aan de wilde dieren,

vergeet uw vernederd volk niet voorgoed.

20Houd uw verbond voor ogen – vol is het land

met duistere oorden, holen van geweld.

21Laat verdrukten niet teleurgesteld heengaan,

laat zwakken en armen uw naam loven.

22Sta op, God, verdedig uw zaak,

bedenk dat dwazen U dag na dag bespotten,

23vergeet het razen van uw tegenstanders niet,

het tieren van uw vijanden, het klinkt voortdurend op.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten