Je voelt dat je afdwaalt van God door gebeurtenissen. je denk te voelen dat God ver weg is. Niet bij je is. Je laat je meeslepen door anderen, door de wereld. De boze is aan het trekken aan je, want hij heeft een opening gevonden. Een opening om je van God af te keren door te zondigen. Door dingen te doen die je niet wilt bijvoorbeeld. Ik zeg niet dat dit nu aan de hand is bij mij. Ik ben juist heel dicht bij God. Ik leef me even in de tekening om te verwoorden. Dus wees niet bevreesd (bang) dat het niet goed gaat met me.
In de bijbel in gewone taal staat, 'De Heer hoort hoe ik huil'.
De Heer hoort hoe ik huil. God weet van mijn verdriet en is bij me, komt bij me. Om me te troosten en kracht te geven. Te zorgen dat de boze geen vat meer heeft op me. Dat de boze me niet meesleept in de dood.
Ik roep tot God, hoor mijn gebed. De Heer hoort mijn gebed en de boze, mijn vijanden hebben geen recht op me. Wederom niet, want ik ben gekocht en betaald door het bloed van Christus.
De bijbel in gewone taal zegt in vers 11 'Mijn vijanden worden doodsbang. Ze vluchten weg, ze voelen zich vernederd. Plotseling zijn ze verdwenen.'
Ze weten dat ze geen recht op je hebben. Prijs God hiervoor iedere dag opnieuw. Ook al denk je dat God ver weg is, Hij is bij je en beschermt je. Blijf in Hem.
De tweede tekening is iemand die achter tralies staat. Als je je laat meevoeren door de boze en je komt in de dood terecht. In de zonde of wat dan ook. Dat je God niet meer kan bereiken. De Herziene Statenvertaling zegt in vers 6 ' Want in de dood is er geen gedachtenis aan U, wie zal U loven in het graf?' Dat zijn harde woorden. In de dood (zonde) is God niet bij je. Je bent overgeleverd aan de boze. Dat wil je niet. In de Bijbel in gewone taal staat ' Want als ik dood ben kan ik U niet meer prijzen. In het land van de dood kan ik niet voor U zingen.' Dat is vreselijk. Ik vind deze vertaling hier nog meer binnen komen. In zonde hoort God je niet. Blijf weg van de boze, zorg ervoor dat de boze geen vat op je kan krijgen. Blijf zingen en aanbidden voor God. Dan zal Hij je beschermen en als een schild om je heen staan.
1 Voor de koorleider. Bij snarenspel, op de wijs van De achtste.
Een psalm van David.
2 HEER, straf mij niet in uw woede,
tuchtig mij niet in uw toorn.
3 Heb erbarmen, HEER, want ik kwijn weg.
Genees mij, HEER, ik ben doodsbang,
4 ik vrees voor mijn leven.
Hoe lang, HEER, moet ik nog wachten?
5 Keer terug, HEER, spaar toch mijn leven,
toon mij uw trouw en red mij.
6 Want doden noemen uw naam niet meer!
Wie in het dodenrijk kan u nog loven?
7 Moe ben ik van zuchten,
elke nacht is mijn kussen nat,
mijn bed doorweekt van tranen.
8 Mijn ogen zijn gezwollen van verdriet,
roodomrand van alles wat mij benauwt.
9 eg van mij, allen die kwaad doen!
De HEER hoort hoe luid ik ween,
10 de HEER hoort mijn roep om erbarmen,
de HEER neemt mijn smeekbede aan.
11 Beschaamd en doodsbang keren mijn vijanden om,
in een oogwenk met schande bedekt.
Mooi zijn die psalmen in emoties.
BeantwoordenVerwijderenOm dat uit te werken...
Om daar in mee te leven...
Dat is jou goed gelukt!
Prachtige expressie!