zondag 4 februari 2024

Ze hebben een mond, maar kunnen niet spreken (Psalm 115)



Psalm 115. 
5Ze hebben een mond,
maar ze kunnen niet praten.
Ze hebben ogen,
maar ze kunnen niet zien.
6Ze hebben oren,
maar ze kunnen niet horen.

In vers 5 en 6 staat een tekst die vaak wordt afgebeeld. Het bekende beeldje van drie aapjes.
De eerste met zijn handen over zijn oren, de tweede voor zijn ogen en de derde voor zijn mond. Het gaat hier over een niet zo'n mooi iets.
Als je een rondje wandelt en je kijkt naar de voortuinen van andere mensen, dan zie je ze wel staan, boeddha beelden.
Ik heb er gelukkig niets mee, ook nooit gehad toen ik nog niet deed geloven. Ik vond en vind ze nog steeds lelijk. Mensen die ze hebben verafgoden deze beelden. Denken dat ze geluk brengen, maar weten niet dat het een opening is naar de boze. Ze vereren andere goden.
Deze goden kunnen niets. Deze beelden kunnen niets. Ze staan maar te staan in die tuin. Ze praten niet, kunnen niet luisteren en zien niets. Dood.

De Heer is gelukkig een levende God.
De Heer is een luisterende God.
De Heer is een ziende God.
De Heer is een sprekende God.
Hij hoort wat we bidden, Hij ziet wat onze nood is en wat we doen (of niet doen) en Hij spreekt tot ons. Persoonlijk en door de Bijbel heen.
Een God die ons zegent, een God die ons beschermt, een God die ons lief is en waar we op mogen vertrouwen en kunnen vertrouwen.
Ik ben blij dat ik deze God mag kennen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten